Tips and tricks – culinaire fotografie
In deze tijden van hippe foodblogs en kookboeken die de bestsellerlijstjes bevolken is voedingsfotografie meer aanwezig dan ooit. Maar fotograferen van voeding is een stiel apart. Gespecialiseerde voedingsfotografen moeten goochelen met heel wat parameters (kleur, belichting, compositie,..) om tot een smakelijk eindresultaat te komen.
Kleur
Het kleurenpalet is uitermate belangrijk bij voedingsfotografie. Voorkom daarom ‘fletse’ kleuren door via de juiste camera-instellingen warmere kleurtinten te bekomen. Wat u daarbij goed in de gaten moet houden, is de witbalans. Een goed afgestelde witbalans zorgt voor stabiele kleuren. Het is ook aan te bevelen om de foto’s te nemen in RAW-formaat. Op die manier kunt u later op vrij eenvoudige wijze de foto’s via fotobewerkingsprogramma’s de juiste ‘kleurtemperatuur’ geven.
Helderheid
Bij voedingsfotografie is het nog belangrijker dan bij andere fotografietakken om te zorgen voor voldoende (en ook de juiste) helderheid. Het feit dat voeding vaak geserveerd wordt op een witte achtergrond (witte borden), maakt het voor de fotograaf extra uitdagend om de juiste helderheid te vinden. Zorg daarom dat uw camera hierop afgesteld is. Wie de automatische instellingen gebruikt zal vaak achterblijven met onderbelichte foto’s.
Defragmenteer
Voorkom dat uw foto’s er te statisch, te klinisch uitzien. Een beeld van eten dat ‘aangeroerd’ wordt, komt meer tot leven. Enkele voorbeelden: een taart die aangesneden wordt, een stuk uit een brood, met kruimels rondom, een plakje cake in plaats van een hele cake. Dit is bijna altijd beter dan een volledig brood/cake/taart te tonen. Een stukje uit een groter geheel tonen levert meestal een dynamischer en interessanter beeld op.
Overdrijf niet met hulpmiddeltjes
In de branche van voedingsfotografie bestaan er veel interessante tools om met kleine hulpmiddeltjes iets extra toe te voegen. Vaak een element dat moeilijk te simuleren of te bewaren valt. Denk aan nepijsblokjes, glycerine om condens na te maken, sprays om fruit te doen blinken, lijm om het boeltje bij elkaar te houden, enzovoort. Maar hou in het achterhoofd dat het gefotografeerde eten er steeds echt en authentiek moet uitzien!
Focus en scherptediepte
Zoals iedere ervaren fotograaf wel weet, moet u als u een onderwerp van dichtbij fotografeert, de achtergrond onscherp maken. Op die manier zal het object scherper naar voren komen. Dit fenomeen heet ‘scherptediepte’. Om een haarscherpe voedingsfoto te nemen, zorgt u er best voor dat alle parameters voor de scherptediepte (diafragma, sluitertijd) juist zitten. Neem desnoods enkele testfoto’s om dit te ‘finetunen’. Van dichtbij fotograferen (desnoods met macro) heeft als bijkomend voordeel dat de mooie textuur van het eten vaak duidelijker zichtbaar wordt.
Licht
Belichting is altijd een heikel punt bij het fotograferen van voedsel of gerechten. Het is moeilijk om hiervoor eenduidige regels te geven. Over het algemeen is zacht licht een stuk dankbaarder om mee te werken dan hard licht. Veel hangt af van of je in de buitenlucht, binnen of in de fotostudio fotografeert. Neem de tijd om te experimenteren met de gekende hulpmiddeltjes om licht te verzachten zoals een reflectiescherm, softbox of lichttent. Oefening baart kunst.